Geschiedenis

Geschiedenis van
Studebaker en Packard.

Het Amerikaanse automerk Studebaker (1852) was ooit de grootste paarden wagenbouwer van de wereld. Studebaker was ook de eerste die een dealernetwerk opzette door heel Amerika om zo hun koetsen en paardenwagens aan de man te brengen. Het bedrijf is opgericht door de gebroeders Stutzenbacker(?), immigranten uit Duitsland met naamsverandering naar Studebaker en groot geworden door de verkoop van kruiwagens tijdens de goldrush en wagens aan de “Noordelijken” tijdens de Amerikaanse burgeroorlog.

Aan het eind van de 19e eeuw produceerde Studebaker voor het eerst elektrische auto’s.

Maar maakt dan in 1902 de overstap naar de verbrandingsmotor. Want elektrische aandrijving blijkt toch te veel nadelen te hebben zoals de geringe actieradius en te lage snelheid door de loodzware accu’s.

In de jaren ’30, ‘40 en ‘50 van de vorige eeuw maakte Studebaker bijzondere auto’s die anders waren dan de gemiddelde Amerikaanse auto’s. De reden hiervan was dat veel van deze auto’s ontworpen werden door Raymond Loewy, een Franse immigrant met meerdere ontwerpbureau’s in de V.S.; met in 1949 meer dan 140 ontwerpers en tekenaars.

Raymond Loewy maakte ontwerpen voor onder meer Gestetner, Pennsylvania Railroad, Greyhound, Lockheed, Coca-Cola en Studebaker, maar hij ontwierp ook logo’s voor Spar, Exxon en Shell, Lucky Strike en het interieur en het uiterlijk van de Airforce One voor J.F. Kennedy en Skylab voor NASA. Op het hoogtepunt van zijn carrière werd berekend dat meer dan 75% van Amerikanen dagelijks in contact kwamen met een of meer door Loewy ontworpen producten.

In de nadagen van de 2e wereldoorlog kreeg Raymond Loewy de opdracht een auto te ontwerpen waarmee Studebaker zijn naoorlogse productie kon beginnen. Dit werd de befaamde Studebaker Commander, ook wel “Bullitnose” genoemd, naar de propeller of het kogelvormig ornament in de grill.

Studebaker had indertijd fabrieken in South Bend, Indiana en in Canada. In Europa werden Studebakers geassembleerd in Frankrijk door Dujardin en in België door d’Ieteren vanwege de importheffingen.

Packard opgericht in 1899, maakte automobielen die vooral in de “Roaring twenties” naam maakten. Packard bouwde met name voor de “Rich en Famous” auto’s in veel carrosserie stijlen en was zo ook een van de duurste merken ter wereld.  Na de 2e wereldoorlog kreeg Packard het moeilijk omdat ze niet vernieuwend waren en de concurrentie van de grote autofabrikanten die elk jaar wel met wat nieuws kwamen in de jaren 50 van de vorige eeuw.

In 1954 fuseren Studebaker en Packard samen tot de Studebaker-Packard Corporation.

De fusie bracht niet wat Packard ervan had dacht, de financiële zaken bij Studebaker waren nog slechter dan men vermoede.  De productie van Packard werd overgebracht naar de Studebakerfabriek in South Bend in 1957 om kosten te drukken.

Echter de grote Packard paste niet op de assemblagelijn en zo werd er de StudePackard ontworpen, een Studebaker chassis met een Packard carrosserie.

Dit was geen succes, Packard rijders wilden niet rijden in een veredelde Studebaker en de dealers liepen dus weg,

In deze eind 50’er jaren probeerde ook Mercedes voet aan wal te krijgen in de grote Amerikaanse automarkt. Het dealernet van Studebaker en Packard werd tevens benut door Mercedes. In 1959 kwam Studebaker met de Lark een kleinere auto voor moeders de vrouw die ook wel een eigen auto wilde.

Dit was een gat in de markt en Studebaker maakte weer winst, maar zoals altijd gingen de andere merken zoals Ford en GM, ook kleinere auto’s produceren en zakte de verkopen weer omdat Studebaker gebruik maakte van de nog oude motoren en chassis.

In 1962 kreeg ontwerper Loewy de opdracht om met weinig middelen in korte tijd (40 dagen!!!) een geheel nieuwe auto te ontwikkelen. Dit werd de Studebaker Avanti en was zijn tijd weer ver vooruit in vormgeving, echter nog steeds op een bestaand chassis en met opgewaardeerde motorblokken. In de tijd dat de Amerikaanse auto’s logger en groter werden met hun staartvinnen kwam Loewy met een auto waarvan de carrosserie gemaakt was van fiberglas. De Avanti R3 met 289 Cui en supercharger was dan ook met 270 km/u de snelste productieauto in zijn tijd.

Maar na een kleine opleving liepen de verkopen terug en ook de Europese markt viel weg doordat daar de auto-industrie sterk groeide.

Zo werd eerst de fabriek in South Bend gesloten en in 1966 liep de laatste Studebaker Commander van de band vanuit de fabriek in Canada.

Dit was het einde van de eens zo grote wagenbouwer die als slogan had:

Always give more than they asked for.

 

Geschiedenis SPCN.

Pagina nog in bewerking.